PRODUCTEN

Installatie

De aansluitpunten

De vacuümaansluitpunten worden meestal op stopcontacthoogte in de muur geplaatst. Een hoofdlijn bestaande uit een antistatische installatiebuis van 50mm diameter verbindt de aansluitpunten met de centrale motor. Deze unit plaatst men best in de garage, de kelder of de bergplaats. Tevens worden de aansluitpunten verbonden met een soepele besturingskabel (laagspanning) die bij het aansluiten van de slang het commando geeft om te starten. U hoeft dus enkel de slang aan te sluiten en het systeem treedt in werking. Met de telebediening kan men de motor starten op de handvat van de slang.

Voor bestaande woningen kan men vloeraansluitpunten plaatsen, indien er een kelder voorzien is. Er zijn echter ook andere mogelijkheden, die met de eigenaar ter plaatse kunnen besproken worden.

De anti-verstoppingsbocht

Achter het vacuümaansluitpunt, plaatst men in de muur een anti-verstoppingsbocht. Dit is de enige bocht van 90° die bij het installeren zal gebruikt worden. Deze bocht is verbonden met het inbouwdoosje waarin men de besturingskabel aanbrengt. Bij de installatie dient men rekening te houden dat het doosje horizontaal en verticaal recht moet staan. Het beschermingsplaatje dient ervooor dat er geen pleisterwerk e.d. in de buizen valt. Aan de hand van het centreerpunt op het deksel vindt men achteraf de doos gemakkelijk terug. De binnendiameter van de slang en 90°-bocht zijn kleiner dan de installatiebuis. Voor de verdere installatie gebruikt men 45°-bochten en T-stukken van 45°. Op deze manier worden eventueel lange voorwerpen, die opgezogen worden, opgevangen in 90°-bocht, waar men gemakkelijk aan kan. Alles wat hier kan passeren, komt in de vergaarbak terecht. Uit ervaring kan men stellen dat men uiterst zelden van deze extra voorzorg dient gebruik te maken.

De buizen

Bij het installeren let men erop dat de buizen mooi recht op maat gemaakt worden, dat de hulpstukken goed in elkaar geschoven worden en dat men op de juiste manier lijm aanbrengt. Zelfplaatsers krijgen ter plaatse deskundige uitleg en ontvangen een uitgebreide handleiding. Meestal legt men de buizen over de vloerplaat. Indien mogelijk, kan men ook de buizen tegen het kelderplafond bevestigen. Vergeet niet dat de meeste toestellen een afvoer nodig hebben van diameter 50mm! Deze mag naar de kruipruimte of naar buiten gebracht worden. Deze leiding dient om de opgezogen lucht, die gebruikt wordt voor een extra motorkoeling, af te voeren.

De zuigslang

Bij het uittekenen van de installatie houdt men best rekening met een slang van 7,5 tot 8 meter. Dit werkt zeer handig en snel. In de keuken kan men gebruik maken van de cuisiflex, een uitrekbare slang (tot 6 of 9 meter). Deze kruimeldief kan men makkelijk in de keukenlade opbergen. De zuigslang kan op elke gewenste lengte besteld worden.